De Raad stelt bij verordening nadere regelen omtrent de samenstelling en de werkwijze van de bedrijfscommissies. Daarbij wordt aan deze commissies de bevoegdheid verleend commissies, al dan niet uit haar midden, in te stellen, die indien en voor zover zulks door een bedrijfscommissie is bepaald, de bevoegdheden van die bedrijfscommissie geheel of gedeeltelijk, al dan niet voorwaardelijk, uitoefenen.
De Raad stelt voorts regelen omtrent het voorzitterschap van de bedrijfscommissies. Daarbij wordt aan deze commissies de bevoegdheid toegekend, een voorzitter buiten de leden der commissie te kiezen, al dan niet met stemrecht.