Wet op de Ondernemingsraad

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors

Artikel 3. De instelling van een gemeenschappelijke OR

  1. De ondernemer die twee of meer ondernemingen in stand houdt waarin tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn stelt voor alle of voor een aantal van die ondernemingen te samen een gemeenschappelijke ondernemingsraad in indien dit bevorderlijk is voor een goede toepassing van deze wet in de betrokken ondernemingen.
  2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van in een groep verbonden ondernemers, die twee of meer ondernemingen in stand houden, waarin tezamen in de regel ten minste 50 personen werkzaam zijn. De betrokken ondernemers wijzen een tot hun groep behorende ondernemer aan, die voor de toepassing van deze wet namens hen als ondernemer optreedt ten opzichte van de gemeenschappelijke ondernemingsraad.
  3. De ondernemingen waarvoor een gemeenschappelijke ondernemingsraad is ingesteld, worden beschouwd als één onderneming in de zin van deze wet.

Toelichting:

Voor twee zelfstandige organisaties onder één BV mag één OR worden ingesteld. Dit kan zinvol zijn als beide ondernemingen dezelfde directeur hebben en ook verder nauw samenwerken (zie Toelichting artikel 1).