De discussie over een duurzame toekomstige samenleving lijkt verdeeld in twee kampen. De ene groep stelt dat we moeten inleveren en het met minder moeten doen, anders overleven we niet en de andere groep pleit voor groene groei, want anders stort ons economische systeem in elkaar.
Het tweede verhaal is een aanmerkelijk aantrekkelijker verhaal dan het eerste, maar volgens de eerste groep kan het niet anders. Beide posities zijn m.i. een karikatuur, maar wel een nuttige. De erkenning dat we in de hel zitten helpt om aan de slag te gaan om er weer uit te komen. Daarvoor is wel een wenkend perspectief nodig.
Energie
Onze huidige economische groei is bijna volledig gebaseerd op energie verkregen uit het verbranden van grondstoffen. Energie is welvaart! Veel weerstand tegen de energietransitie komt dan ook vanuit de angst om onze welvaart te verliezen. Verhalen over het opgeven van onze welvaart, omdat de planeet onze aanwezigheid niet aankan versterken deze angst. Dat helpt de transitie volgens mij niet vooruit, maar zet ons tegen elkaar op. Want wie gaat er inleveren? En dan hebben we ook nog alle mensen op aarde die bij lange na niet de welvaart hebben die wij hebben en die welvaart, terecht, wel willen. Kortom er is nog veel behoefte aan groei, maar niet noodzakelijkerwijs bij iedereen, overal en altijd.
Volgens Kate Raworth moet die groei binnen de planetaire grenzen blijven, want de planeet kan niet groeien. Dat lijkt mij een gezonde positie. Als we dan binnen de planetaire grenzen toch iedereen welvaart en welzijn willen geven, hoe kan dat dan wel veilig?
Welvaart
Willen we onze welvaart handhaven zullen we in ieder geval onze energievoorziening moeten veranderen. Daar zijn we redelijk mee op weg door rechtstreeks elektriciteit te gebruiken met zon- en windenergie. Het is nog goedkoper ook. Een stabiele energie voorziening met zon en wind vergt het installeren van overcapaciteit en energie opslag. Opslag wordt ook steeds goedkoper en het installeren van overcapaciteit zorgt voor periodes van energie overschot die op die momenten feitelijk niks kost.
Voor huishoudens en wegvervoer is elektrisering geen probleem. Voor sommige industriële processen, scheep- en luchtvaart is elektrisering vaak nog een uitdaging, maar op termijn waarschijnlijk niet onmogelijk. Een belangrijke voorwaarde onze welvaart te handhaven is hiermee gedekt. Deze transitie is ook binnen de grenzen van wat de aarde aankan te realiseren, mits we zo schoon mogelijk de benodigde materialen winnen en recyclen wat we hebben gewonnen.
Alleen deze transitie al is een grote potentie voor economische groei, maar ook economische destructie. Oliemaatschappijen gaan failliet en installatie- en recyclebedrijven groeien.
Wat is economie?
Economie betekent dat er geld rondgaat tussen mensen om hun behoeften te bevredigen. Gaat er meer geld rond dan groeit de economie, gaat er minder geld rond dan krimpt de economie. Economische groei gaat uit van de groei van behoeftes van mensen. De essentie van reclame is dan ook het voortdurend aanwakkeren van onze behoeftes, zodat de economie blijft groeien. Dit is een groot probleem als dit materiële behoeftes betreft, want de aarde is tenslotte eindig. Maar de mens heeft niet alleen materiële behoeftes gelukkig.
Menselijke behoeften kunnen op vier manieren groeien:
- Fysieke groei: we groeien de eerste 15 – 20 jaar van baby tot volwassene, daarna groeien we hooguit nog in de breedte, dit leidt tot allerlei noodzakelijke behoeften, zoals, voedsel, schoolboeken en tijdig nieuwe kleding e.d.
- Materiële groei: We groeien met onze materiële bezittingen. Daarin is de groei het meest aan het begin van je leven, daarna zwakt dat af, omdat je het meeste al hebt dat je nodig hebt om goed te leven. Daarnaast zie je een ontwikkeling dat je met steeds minder materie steeds meer behoeftes kunt bevredigen. Voeger had ik een tape recorder van 25kg om muziek mee op te nemen. Nu zet ik het op een USB stick van 50 gram en daar kan veel meer muziek op dan op één tape.
Met hergebruik en recycling en met verdiensting van producten (bijvoorbeeld deelauto) kan in bovenstaande gevallen het materiaalgebruik nog flink verminderd worden zonder aan welvaart en welzijn in te boeten. De recycling sector zal de komende jaren denk nog sterk materieel groeien. Door andere regelgeving kan dit zelfs een gezonde economie worden.
- Geestelijk groei: De mens ontwikkelt zich geestelijk door opleidingen en ervaringen;
- Sociale groei: onze sociale inbedding, ons gevoel van veiligheid.
Het probleem is dat in het huidige economische denken voornamelijk materiële groei gemeten wordt, meer spullen kortom. Materiële groei is voornamelijk in het begin en midden van je leven een belangrijke voorwaarde voor welzijnsgroei. Je hebt een huis nodig en de bijpassende inrichting, je moet je kunnen verplaatsen e.d. om aan het leven mee te doen. In een vergrijzende samenleving verwacht je eerder een krimp in materiële behoeften, dan een groei. Bovendien groeit het welzijn boven een een bepaalde grens niet meer mee met de materiële groei. Sterker nog de relatie wordt, volgens recent wetenschappelijk inzicht, negatief: Hoe meer je hebt hoe minder welzijn je ervaart.
Andere groei
Als de economie blijvend zou moeten groeien zijn er twee aspecten waar deze m.i. wel plaats kan vinden: het geestelijke en sociale veld. De mens kan het hele leven geestelijk blijven ontwikkelen, denk aan culturele ontwikkeling, opleidingen, maar ook entertainment en games e.d. Voor geestelijke groei is in principe weinig extra materie nodig in deze digitale tijden, mogelijk wel extra energie, maar daar hebben we in de toekomst genoeg van. Bovendien kan geestelijke groei ook tot meer welzijn leiden, want een mens is een nieuwsgierig en leergierig wezen.
Meer geestelijke groei kan ook leiden tot meer sociale groei: het betekent meer verbinding tussen mensen door bijvoorbeeld culturele activiteiten, dienstverlening aan anderen e.d. Ook hier hoeft niet veel extra materie voor nodig te zijn. Veel activiteiten die hierin vallen tellen nu niet mee voor de economie, omdat we voor veel van deze activiteiten geen geld rekenen, zoals mantelzorg en vrijwilligerswerk. Waarschijnlijk moet je dat ook niet willen, maar je kunt het wel meerekenen in de economie.
Welzijnsgroei
Als economische groei welzijn moet opleveren, kunnen we misschien beter kijken naar welzijnsgroei in plaats van economische groei. Als we toch geld maatgevend willen maken dan is geld besteden aan geestelijke en sociale groei een methode onze economie nog behoorlijk te laten groeien zonder de aarde te belasten. We zullen dan de regelgeving aan moeten passen om de gewenste groei te stimuleren en de ongewenste te belasten. Bedrijven die zich hierop richten zouden dus nog weleens een goede toekomst kunnen hebben. Materiële productie blijft hoe dan ook noodzakelijk, maar misschien moeten we kijken naar de meest geschikte productielocaties. Nederland is een klein land met beperkte mogelijkheden voor zon en wind dus misschien moet sommige industrie verplaats worden naar locaties die geschikter zijn, zoals industrie altijd al geplaatst wordt op locaties die economisch het gunstigst zijn.
Waarom is dit belangrijk voor medezeggenschap?
In deze transitie moeten bedrijven de juiste keuzes maken om voort te kunnen bestaan. Medezeggenschap kan de directie adviseren over de weg naar de toekomst. Licht het eigen bedrijf/ de eigen organisatie eens door op deze indeling. Waarin denken wij nog te kunnen groeien en is dat houdbaar? Of zitten we juist in een zeer toekomstgerichte markt en moeten we onze positie verder uitbouwen? Met de directie kan de medezeggenschap dan zoeken naar de meest kansrijke weg voor de toekomst van de onderneming.