De vakbond moet zijn werk doen!

De kranten staan vol over de positie van ZZP-ers in de arbeidsmarkt. Binnenkort treedt de nieuwe flexwet in werking en in het FD van van 9 juni gooit Ton Heerts de knuppel in het hoenderhok en stelt Sheila Sitalsing in de Volkskrant van 10 juni de zaken in perspectief: Er bestaat geen collectieve oplossing voor alle ZZP-ers.

Collectieve verzekeringen

Ton Heerts vindt dat ZZP-ers bedelen om inkomen met hun zelfstandigen aftrek. De opdrachtgever zou deze kosten moeten dragen en niet de belastingbetaler. De ZZP-er moet de kosten voor pensioen en arbeidsongeschiktheid e.d. maar meenemen in zijn tarief. Als hij dat niet kan is hij geen ondernemer, maar hij moet niet meedoen in collectieve werknemersverzekeringen.

De PvdA vindt dat ZZP-ers juist wel mee moeten doen aan collectieve verzekeringen. De sociale regelingen worden anders onbetaalbaar en het verhoogt de kosten van de ZZP-er ten opzichte van vast personeel.

Wat mij opvalt in deze discussie is dat men voor oplossingen vooral naar elkaar wijst en dat alle maatregelen die bedacht worden ten laste komen van de ZZP-er. Die moet maar een hoog genoeg tarief rekenen. De essentie van de markt is dat tarieven onder druk kunnen komen te staan.

De vakbeweging kan iets doen aan dit vraagstuk.

Spreek bijvoorbeeld in CAO’s kan bijvoorbeeld een minimum tarief voor flexwerk af. Een flexwerker ontvangt dan minimaal 2x het gemiddelde uurtarief van een vergelijkbare werknemer in vaste dienst, met daarbij opgeteld de sociale lasten van de werkgever. Daarvoor reken ik 30% opslag. Voor het minimumloon zou dat betekenen: € 9,63[1] + 30%= € 12,50 x 2 = € 25,- per uur als absoluut minimum ZZP tarief. Dit is los van benodigde kapitaalsinvesteringen (als je een bus moet kopen moet dat extra gerekend kunnen worden). Voor werk waarvoor een werknemer 2x modaal ontvangt betekent dat een ZZP tarief van + €100,- per uur. Dit geldt dan als een ZZP-er wordt ingehuurd voor een langere opdracht waar ook werknemers voor in dienst zijn. ZZP-ers die voor meerdere opdrachtgevers kleinere opdrachten doen zullen uiteraard meer moeten rekenen, want zij zullen meer tijd en geld kwijt zijn aan PR en marketing en daardoor minder uren productief kunnen zijn.

Kosten flexwerk

Met deze maatregel worden de kosten voor flexwerk bij de opdrachtgever gelegd. Flexwerk is dan duurder dan vast werk en daarmee zal de werkgever een kritischer afweging maken bij de inzet van flexkrachten. Dit versterkt uiteindelijk ook de positie van vaste krachten, want die ondervinden minder concurrentie van flexkrachten en het stopt de race naar de bodem van flextarieven en daarmee ook van lonen. Als de flexwerker namelijk flexibel is en ook nog goedkoper, dan heeft dat op den duur consequenties voor het loon.

Flexkrachten met voldoende uren zullen dan meer verdienen dan vaste werknemers en daarmee ook meer belasting gaan betalen. De belastingvrijstelling wordt dan betaald doordat de flexwerker in goede tijden meer belasting betaalt. Voor de schatkist blijft dat in slechte tijden een probleem, maar zo betaalt de samenleving wel mee aan de flexibiliteit die we blijkbaar op de arbeidsmarkt willen en leggen we die last niet volledig bij de flexwerker.

De vakbond moet dus gewoon zijn werk gaan doen en opkomen voor de werkenden in de samenleving, of dat nu mensen in dienst zijn of ZZP-ers, in plaats van deze werkenden tegen elkaar uit te spelen. Misschien worden dan wel heel veel mensen lid van de vakbond.


[1]    Belastingdienst: uurtarief op basis minimumloon bij 36-urige werkweek 2015.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *